Moeilijkheidswaarde

 

Om ervoor te zorgen dat iedereen de D-score van de oefening op dezelfde manier berekend hebben alle turnelementen een letter met een waarde toegekend gekregen.

 

De makkelijkste elementen hebben de en zijn 0,10 waard.

Iets moeilijkere elementen krijgen een en zijn 0,20 waard.

Nog iets moeilijker hoort bij en zijn 0,30 waard.

En zo verder...

 

Het allerhoogste en moeilijkste element is een element en is 1,0 waard.

Dit is een dubbele salto met drievoudige schroef. 

 

Dubbele salto met drievoudige schroef
Dubbele salto met drievoudige schroef

 

Dit soort elementen hoef je niet te jureren!

 

Omdat voor turnsters die 2 uur per week trainen A elementen al best lastig zijn is er een extra categorie bijgekomen, de Toegevoegde A elementen (TA-elementen). Deze elementen zijn ook 0,10 waard maar ze mogen op hoger niveau niet meer gebruikt worden.

 

 

Een paar voorbeelden van TA elementen:

 

Radslag

Borstwaartsom

Streksprong


 

Omdat de meeste turnsters die je gaat jureren vooral TA en A elementen doen hier ook nog een paar voorbeelden van A elementen. Deze zijn meestal iets moeilijker dan TA elementen.

Flikflak

Heupdraai

Radslag op balk


 

Juryleden hoeven al die waardes niet uit hun hoofd te kennen, maar kunnen dit na afloop van een oefening opzoeken in een tabel!

 

We gaan nu proberen bij de volgende oefening de moeilijkheidswaarde uit te rekenen:

De turnster doet:

  • Loopsprong (TA)
  • Handstand (TA)
  • Rol voorover (TA)

Een TA element is 0,1 waard.

Dus haar Moeilijkheids Waarde (MW) is 3 x 0,1 = 0,3

 

In het echt is een oefening natuurlijk langer.

En bij de keuze oefenstof zijn alle vloeroefeningen op muziek. 

 

Hieronder een voorbeeld van een complete oefening! 

Ze turnt:

  • Arabier (A)
  • Flikflak (A)
  • Loopsprong (A)
  • Kattensprong halve draai (TA)
    Ze doet een driekwart draai maar dat is geen element, een halve draai wel dus dan mag je dat er van maken als jury!
  • Hele pirouette (A)
  • Salto voorover gehurkt (A)

Een TA en een element zijn allebei 0,1 waard.

Dus haar Moeilijkheids Waarde (MW) is 6 x 0,1 = 0,6

 

Per niveau is er een maximaal aantal elementen die je mag mee laten tellen voor een oefening.

Voor de niveaus waar je begint met jureren is dit meestal 6 elementen (maar ook dit is op te zoeken in een tabel).

 

Dus ook als een turnster 10 elementen turnt (en het zijn allemaal A en TA elementen)
is haar Moeilijkheids Waarde 6 x 0,1 = 0,6 (je mag er maximaal maar 6 tellen).

 

Hieronder het laatste voorbeeld van een vloeroefening!

Ze turnt:

  • Radslag (TA)
  • Arabier (A)
  • Hele pirouette (A)
  • Rol achterover (TA)
  • Loopsprong (TA)
  • Schaarsprong (TA)
  • Salto voorover gehurkt (A)

Je mag maximaal 6 elementen tellen.

Ze heeft alleen A en TA elementen geturnd.

Haar Moeilijkheids Waarde (MW) is dus 6 x 0,1 = 0,6

 

Eindopdracht:

Wat is de moeilijkheidswaarde van de turnster met de volgende oefening:

Ze turnt de volgende elementen:

  • Arabier (A)
  • Salto achterover (A)
  • Loopsprong (TA)
  • Kattensprong (TA)
  • Handstand doororl (TA)
  • Streksprong hele draai (B)
  • Loopoverslag (A)

Let op: je mag maximaal 7 elementen tellen!