Verbindingswaarde

Voor het leren hoe het werkt met de verbindingswaarde moet je eerst weten hoe het werkt met de moeilijkheidswaarde.

Hier hebben we geleerd dat elk element een waarde krijgt, aangegeven met een letter (TA, A, B, C en zo verder). Dit is straks ook belangrijk bij de verbindingswaarde!

Bij de verbindingswaarde kan je extra punten krijgen als je elementen aan elkaar verbindt.

Twee elementen aan elkaar verbinden betekent dat je ze achter elkaar turnt, zonder stop of aarzeling.

Hieronder 3 goede verbindingen:

Soms proberen turnsters elementen te verbinden, maar lukt dit niet zo goed. De verbinding telt niet als de turnsters:

• Tussendoor wiebelt
• Een extra (arm) inzet maakt
• Te lang wacht tussendoor
• Valt

Hieronder een paar voorbeelden waarbij een turnster wel probeert de elementen te verbinden maar het net telt!

Soms is het heel moeilijk te zien of een verbinding telt. Daarom is er bij jureren de volgende regel:

"Bij twijfel: voordeel turnster."

Wat betekent dat je als je twijfelt altijd kiest wat beter is voor de turnster, dus dan tel je de verbinding!

Hoeveel verbindingswaarde een turnster kan krijgen verschilt per niveau.

We gaan kijken naar de verbindingswaarde van supplement G op balk.

Als je wil weten wat supplementen zijn kijk dan bij:

Supplement G balk verbindingswaarde

TA + A of hoger geeft 0,10 VerbindingsWaarde (VW)

• Turnsters moeten dus een A element verbinden met (minimaal) een TA element om 0,10 verbindingswaarde te krijgen
• A + TA mag dan natuurlijk ook! 
• Hogere elementen mogen ook gekozen worden! Een B element verbonden met een TA element krijgt dus ook 0,10 verbindingswaarde.
• Een TA element verbonden met een ander TA element krijgt geen verbindingswaarde, want TA is lager dan A.

Hieronder 2 voorbeelden van TA + A (of hoger) verbindingen:

We gaan nu de verbindingswaarde tellen in de volgende balkoefening.

Ze turnt (opsprong is niet gefilmd):

• Loopsprong (TA)
• Sisonne (TA)
• Zweefstand (TA)
• Fouetédraai (TA)
• Radslag (A)
• Kattensprong (A)
• Schaarsprong (TA)
• Handstand (TA)
• Salto v.o. gehurkt afsprong (A)

We zijn op zoek naar de VerbindingsWaarde (VW).

• Het eerste deel worden er alleen TA elementen geturnd, deze zitten wel met elkaar in verbinding maar omdat er minimaal TA + A geturnd moet worden zit hier geen verbindingswaarde in!
• De radslag (A) wordt niet in een verbinding geturnd
• De kattensprong (A) zit in een verbinding met de schaarsprong (TA) dit is dus een A + TA verbinding!
• In het laatste deel van de oefening zitten geen verbindingen.

De turnster heeft dus 1 A + TA verbinding en krijgt 0,10 verbindingswaarde (VW).

Eindopdracht: VerbindingsWaarde (VW) in een balkoefening

Zoek nu zelf de verbindingswaarde in de volgende balkoefening.

TA + A of hoger geeft 0,10 VerbindingsWaarde (VW)

De elementen en hun waardes:

• Doorhurken (A)
• Loopsprong (TA)
• Kattensprong (TA)
• Fouetédraai (TA)
• Radslag (A)
• Handstand (TA)
• Salto v.o. afsprong (A)