De aanloop en de insprong worden alleen bij de voorgeschreven oefenstof beoordeeld (de jongste turnsters).
Bij de keuze oefenstof (oudste turnsters) wordt dit gedeelte niet gejureerd!
Bij zowel de aanloop als de insprong mag de jury kiezen of ze:
De maximale aftrek voor de aanloop en insprong samen is dus 0,60 (voor de aanloop 0,30 en voor de insprong 0,30).
Een goede aanloop:
Een goede aanloop! Lange passen en steeds sneller.
Een voorbeeld van rennen met kleine dribbelpasjes (vooral aan het eind).
Een voorbeeld van rennen op platte voeten (vooral goed te zien bij de laatste stap in slowmotion). Als turnsters dit bij een wedstrijd hoor je dit vaak ook (stampt iets harder)!
Een goede insprong
Een goede insprong! Let vooral op van hoe ver weg ze al begint met haar insprong!
Ze doet een andere sprong maar hier is wel goed te zien dat ze te dicht bij de plank komt voor de insprong!
Als een jurylid sprong gaat beoordelen tekenen ze een soort symbool/schema voor het sprongtoestel:
Hier kunnen dan de aftrekken van de verschillende fases bij geschreven worden.
De aftrekken voor de aanloop & insprong staan helemaal aan het begin.
Een turnster begint ook met de aanloop en insprong!
Als een turnster dus niet goed aanloop en inspringt (en voor allebei de maximale aftrek krijgt) ziet dit er als volgt uit op het juryblad:
We gaan nu een paar aanlopen en insprongen jureren!
Probeer het ook op de goede manier op te schrijven.
We oefenen 3 sprongen en doen daarna de eindopdracht!
Sprong 1
Sprong 2
Sprong 3
Mijn uitwerking
Bij de E-score hoeven niet alle juryleden precies hetzelfde te hebben. De één kijkt iets strenger naar kromme knieën en de ander juist weer naar hoe hoog iemand springt. Je kan dus nog best goed gejureerd hebben als je niet hetzelfde hebt als ik!
Eindopdracht
Jureer de aanloop en insprong van de volgende sprong!