OEFENSTOF:
In totaal zijn er 30 trajecten*
*Een traject is een leerlijn, een voorbeeld is het traject overslag. Hier laten alle turnsters een oefening op hun eigen niveau zien die te maken heeft met de overslag.
De trajecten zijn genummerd:
Elk jurylid jureert 1 traject.
Je hoort van te voren op welk traject je bent ingedeeld zodat je je voor kan bereiden.
TRAJECT OPBOUW:
Een traject heeft 7 stappen van makkelijk naar moeilijk.
Voorbeeld: traject diepspringen:
Stap 1 is het makkelijkst (streksprong af):
Stap 7 is het moeilijkst (salto voorover of achterover af):
Elke turnsters kiest 1 stap (op haar eigen niveau).
Als jurylid moet je kijken welke stap een turnster doet en dit opschrijven op het juryblad.
Bij twijfel kan je het aan de coach vragen.
Bij elke stap horen 3 of 5 kenmerken.
Voorbeeld: stap 1 van diepspringen:
Hiermee kan je de opgeschreven stap jureren:
Is het lichaam recht? ✔
Zijn de benen bij elkaar? ✔
Is de landing tot stand zonder stap of wiebel? ✔
Deze kenmerken kan je ook aanvinken op het juryblad.
De kleur sticker hangt af van het aantal kenmerken die goed zijn uitgevoerd:
Elke turnster heeft een gekleurde herkenning om haar pols:
Deze herkenning kan je gebruiken bij het jureren om alles op het juryblad te schrijven.
Een groepje blijft 15 minuten bij een toestel.
Ze doen dan de 3 of 4 trajecten van dat toestel in een circuitje meerdere keren achter elkaar.
Je hebt dus tijd genoeg om alles te bekijken:
Als je op de trajectnummers klikt zie je een filmpje van dat traject:
Jureren ronde 1
Jureren ronde 2
Alle trajecten zijn hier te vinden:
https://dutchgymnastics.nl/assets/Publications/Basis-Turn-Systeem-Onderbouw-Turnen-Dames-versie-september-2022.pdf